Transfertip 1: je bent minder goed dan je denkt
Een beetje topsporter heeft een bord voor zijn kop. Uiteraard. Oogkleppen ook, maar het vermogen om mensen, gebeurtenissen, ervaring en ballast van je af te laten glijden is cruciaal op weg naar de top. En je hebt natuurlijk een enorm egocentrisch en vooral ook opgeblazen karakter en een immens zelfbeeld nodig. Dat maakt je een kansrijk atleet, want zelfvertrouwen is er om te hebben en te koesteren.
En dat zelfvertrouwen blijkt maar zelden een probleem. Natuurlijk niet bij alle sporters, zeker niet de bankzitters, maar elk jaar zijn er weer een paar voetballers die behoorlijk doorbreken. Of, zo blijkt een jaar of club later, ver boven hun macht hebben gepresteerd. Maar voor ze bewijzen dat niveau niet altijd te kunnen halen, laat staan verbeteren, weerhoudt dat de spelers natuurlijk niet van het hebben van een erg grote mond, grootse ambities en zeldzaam hoge en irreële eisen ten aanzien van hun toekomst. En dat gaat maar zelden goed.
Twente-spelers, denk na voor ge te groot droomt! Want de gestage opgang van de Tukkers heeft al diverse gekrenkte ego's opgeleverd van ambitieuze spelers die het vervolgens niet waarmaakten. Te denken valt aan Rob Wielaart, Marko Arnautovic, Orlando Engelaar en Karim el Ahmadi. De laatste twee hobbelen nog wel mee in de Nederlandse top, maar blessures en bezuinigingen maken hun leven duidelijk minder 'rijk' dan ze zelf in gedachten hadden drie jaar geleden.
Ook in het AZ van Co Adriaanse kwamen de vooral op het buitenland gerichte aspiraties langzaam omhoog bij de spelers. En dan vooral de net-niet-toppers. Robin Nelisse koos voor een vet salaris bij FC Utrecht en kreeg gezelschap van Simon Cziommer, terwijl Barry Opdam wel geld verdient, maar nauwelijks meer niveau haalt bij Red Bull Salzburg.
Mijn persoonlijke favorieten in de reeks 'doe-nou-niet-want-het-wordt-niet-beter-en-jij-bent-niet-zo-goed-als-je-denkt' zijn de Utrechters. Erik Willaarts, Stijn Vreven, Dwight Tiendalli, Harald Wapenaar, Didier Martel, Edwin Gorter, Igor Glusevic, Pascal Bosschaart, Marc Antoine Fortune. Een indrukwekkende lijst, die bijna impliceert dat je vooral nooit bij Utrecht weg moet gaan. Dat is gelukkig ook niet waar, maar het bewijst dat middenmoters vaker middenmoters blijven, dan dat ze hun eigen verwachtingspatroon waarmaken en toch doorgroeien naar een hoger niveau. Ze winnen bekers, eindigen hoger dan ooit en denken groot, groter, grootst.
Een paar andere uitschieters in de afgelopen jaren. SC Heerenveen kende een aantal erg goeie jaren, maar wat is er geworden van Afonso Alves en Lasse Nilsson? Of van Thomas Yassine Abdellaoui en
En dat zelfvertrouwen blijkt maar zelden een probleem. Natuurlijk niet bij alle sporters, zeker niet de bankzitters, maar elk jaar zijn er weer een paar voetballers die behoorlijk doorbreken. Of, zo blijkt een jaar of club later, ver boven hun macht hebben gepresteerd. Maar voor ze bewijzen dat niveau niet altijd te kunnen halen, laat staan verbeteren, weerhoudt dat de spelers natuurlijk niet van het hebben van een erg grote mond, grootse ambities en zeldzaam hoge en irreële eisen ten aanzien van hun toekomst. En dat gaat maar zelden goed.
Twente-spelers, denk na voor ge te groot droomt! Want de gestage opgang van de Tukkers heeft al diverse gekrenkte ego's opgeleverd van ambitieuze spelers die het vervolgens niet waarmaakten. Te denken valt aan Rob Wielaart, Marko Arnautovic, Orlando Engelaar en Karim el Ahmadi. De laatste twee hobbelen nog wel mee in de Nederlandse top, maar blessures en bezuinigingen maken hun leven duidelijk minder 'rijk' dan ze zelf in gedachten hadden drie jaar geleden.
Ook in het AZ van Co Adriaanse kwamen de vooral op het buitenland gerichte aspiraties langzaam omhoog bij de spelers. En dan vooral de net-niet-toppers. Robin Nelisse koos voor een vet salaris bij FC Utrecht en kreeg gezelschap van Simon Cziommer, terwijl Barry Opdam wel geld verdient, maar nauwelijks meer niveau haalt bij Red Bull Salzburg.
Mijn persoonlijke favorieten in de reeks 'doe-nou-niet-want-het-wordt-niet-beter-en-jij-bent-niet-zo-goed-als-je-denkt' zijn de Utrechters. Erik Willaarts, Stijn Vreven, Dwight Tiendalli, Harald Wapenaar, Didier Martel, Edwin Gorter, Igor Glusevic, Pascal Bosschaart, Marc Antoine Fortune. Een indrukwekkende lijst, die bijna impliceert dat je vooral nooit bij Utrecht weg moet gaan. Dat is gelukkig ook niet waar, maar het bewijst dat middenmoters vaker middenmoters blijven, dan dat ze hun eigen verwachtingspatroon waarmaken en toch doorgroeien naar een hoger niveau. Ze winnen bekers, eindigen hoger dan ooit en denken groot, groter, grootst.
Een paar andere uitschieters in de afgelopen jaren. SC Heerenveen kende een aantal erg goeie jaren, maar wat is er geworden van Afonso Alves en Lasse Nilsson? Of van Thomas Yassine Abdellaoui en
Reacties