Mijn slordigste en beste race ooit, op naar Zürich

Na het tussendoortje in het beeldschone Stein, vorige week, stond deze week de hoofdmaaltijd op het programma: Indeland. Een klassieker in wording. Voor de 11e keer georganiseerd, met naast veel Duitsers (want Aldenhoven, net boven Aken), een paar Belgen, vooral veel Hellassers!

Het gros koos voor een overnachting ter plekke, maar de heren Vocking en Heukels kozen voor de vroege rit van Utrecht naar Aldenhove. Had ik al iets geroepen over Aken? Daar dus. Twee uurtjes kachelen. Ter plekke dienden we natuurlijk wel de reguliere logistiek te doorlopen. Startnummers, stickers, tassen halen, fiets beplakken, kleding ordenen en twee wisselzones inrichten. Tussendoor moesten we ook nog een half uurtje fietsen naar de plek waar we de wedstrijd gingen starten. En, om op tijd aan te komen, heb ik ooit geleerd, moet je op tijd vertrekken. Een uur of half zes dus....

Daar, mooi op tijd, aangekomen, bleek dat een enkeling zich ook nog moest inschrijven 😂. In tegenstelling tot de vooroordelen, bleken onze Duitse vrienden volledig flexibel en ondanks de volle startlijst, gewoon altijd een plekje te hebben voor 'dit soort gevallen'. Zalig.

Alles ingericht en aangekleed was het tegen tienen tijd voor de gewoonlijke stress. Waarom? Wat een teringeind zwemmen? Waar is die fakking laatste boei, die kan ik niet eens zien liggen man! Om 10.15 uur mochten we weg en begon mijn recordbreaking halve triathlon.

(Dat klinkt stoer, maar is volstrekt logisch en simpel. Ik heb in mijn leven maar twee halve gedaan, een in Amsterdam en een in Nieuwkoop. In beide gevallen, twee en drie jaar geleden, bleef ik ruim boven de 5 uur steken. In mijn herinnering is 5.15 mijn PR, maar het interesseert me zo weinig dat ik het niet eens opzoek. Ik ga het vandaag toch breken.)

Indeland voldoet aan alle eisen. De dag ook. Een droge dag, niet te hard waaiend, soms een zonnetje. En dat alles in een landelijk parcours met vooral brede wegen, die onze Duitse vrienden rücksichtlos afzetten. Gewoon, de hele regio op slot. Dat is lekker fietsen.
Maar eerst zwemmen. Ik begin een beetje aan de binnenkant, om uit de drukte en het getrappel te blijven. Vorige week had ik een schoolzwemmend hielbeen op mijn kaak, dat zijn van die sensaties die je daarna graag vermijdt. Deze keer was het een had die mijn brilletje afsloeg, maar daarna was het vrede in het water. Aan mijn rustige en veilige binnenkantje kon ik vrijuit en in eigen tempo en ritme zwemmen. Dan heb je geen benen om achter te gaan hangen (net als met fietsen, is er in het water 'draft' te pakken, maar daar ben ik niet goed in. Ik wil alleen!). Het nadeel van net buiten de groep zwemmen is dat je ook zelf moet oriënteren, en ook dat is een onderdeel dat ik maar matig beheers. Dus gedurende de eerste kilometer werd ik zo ongeveer persoonlijk begeleid door een kanoënde vrijwilligster, die mij, waar nodig, 'Hallo'-schreeuwend, terug dirigeerde naar de groep. Want er moesten wel boeien (aan de goede kant) gerond worden.

Na zo'n 38 minuten was ik verlost van dit eerste onderdeel. Mooi een stukje sneller dan ingeschat voor de wedstrijd. Uit het water trok ik eerst mijn zwembrilletje kapot, toen mochten we heuvelop naar de fietsen rennen, pak uittrekken, omkleden en zo snel mogelijk het fietsparcours op. In mijn hoofd zat een gemiddeld wattage van rond de 250 watt. Om dat aan te kunnen  houden, moest ik wel regelmatig wat harder trappen, omdat het gemiddelde eigenlijk altijd wat lager uitvalt. Dus op mijn meter kijkend gromde ik van tevredenheid als ik mezelf lekker 270 en 280 watt zag doen. Prima. Dat duurde nog geen tien minuten, want ik werd wat misselijk (nog nooit last van gehad), kreeg last van mijn linker bil en hamstring (nog nooit last van gehad) en had een hartslag van 140, wat voor mij begin zone 3 is. Hoog, voor op de fiets. Dus na een kilometer of 20 nam ik toch maar wat gas terug. Dit ging ik niet volhouden. Echter begon toen het tweede deel van het parcours, waarin veel smalle landweggetjes, dorpjes en bochten verwerkt zaten. Ook niet ideaal om lekker tot rust en, vooral, in een ritme te komen. Nadat ik het tweede rondje was ingegaan en me weer even kon storten op vlakke en brede wegen, kwam ik eindelijk wat tot rust, daalde de hartslag en zakte de misselijkheid weg.
Na ruim anderhalf uur rende ik de tweede wisselzone in. Ik was, uiteraard, weer mijn spullen kwijt en dacht in het verkeerde pad te staan, maar net op tijd zag ik mijn schoenen staan. Fiets ophangen, helm en bril af, resterend eten weggooien, schoenen aan en gaan. Rennen met je bek! Het rondje was prima, een lelijk 'achtje' met een lus door het dorp en een lus rond een grote akker er net buiten. Door die variatie kon je het mooi opknippen in kleinere stukjes en zo van doel naar doel lopen. Mijn streven was zo constant mogelijk rond de 4 minuut 30 seconden op een kilometer te lopen. Met fenomenale support van mijn zwemtrainer, die daar was met (o.a.?) Horst en later ook Peter, die uitstapte, was het zwaar, maar hield ik mijn tempo vol. Uiteindelijk kwam ik in 1.31 over de streep, wat me een totaaltijd van 4.48 opleverde. Dik onder de vijf uur gedoken (doel 1) en ook erg dichtbij de 4.45 gekomen (doel 2). Zwemmen was veel sneller dan verwacht, fietsen gelijk en lopen weer stukje sneller. De wissels waren wederom erg matig. Maar ik was en ben enorm tevreden met de race, de tijden en, inmiddels een kleine week verder, het gevoel erna. Geen last, geen pijntjes. Mijn hiel moest zeker weer tot rust komen, maar daar was ook tijd voor. Verder ben ik, het is nu zaterdag, wel weer helemaal hersteld.

(In de auto op de terugweg kon ik mijn data inzien en blijk ik 245 NP te hebben gefietst. Dat is heel erg hard, en verklaart waarom ik stuk ging in het eerste rondje. Het is des te knapper dat ik er vervolgens een regelmatig en snel rondje lopen heb uitgeperst, want het fietsen was voor het mooie iets te snel.)

Nu komen twee erg zware trainngsweken, eindigend met de 4e Divisie triatlon in Klazienaveen. Die wedstrijd ga ik niet heel uitgerust in, maar dat is prima. Het gaat om Zürich en daar kan ik nog mooi een straf blok training voor verzetten. Na Klazienaveen (14-7) gaat de taper in werking. Dan wordt er uitgerust, uitgelopen, uitgefietst, een beetje gezwommen en verder niet zo veel meer gedaan. Niks hards, niks te snel, gewoon lekker je lijf helemaal klaarmaken voor de 29ste.

Met vier man van team Vleck in de Frysman, ook afgelopen weekend (hebben het echt fenomenaal gedaan! Mooie tijden, geweldige verhalen) en Kreule over een week in Frankfurt, begint het bij mij nu ook te kriebelen. Ik ben in Zwitserland de volgende in de rij, voordat de grote groep half augustus Kopenhagen gaat doen. Het seizoen is dus nu echt begonnen en de kriebels komen. De twijfels ook, en de geruststellende woorden van mijzelf en mijn omgeving ook. Het is hetzelfde als de eerdere jaren, maar dat is niet erg. Het hoort erbij en zal ook de komende jaren vast zo zijn...;).

Hoewel.... Niet aankomend seizoen. Maar dat is een lang verhaal met een straffe plotwending. Kom ik op terug, ergens komende weken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zoveel trots, wat een prestatie!!

Toch best indrukwekkend

Waar ga je op vakantie als je traint voor een triathlon?