Heleen en Johan, de fietser en de doper



Er is een geweldige Tour de France aan de gang. Op de twee fronten die het wielrennen sinds enkele jaren herbergt: fietsen en doping. Het lastige is alleen dat met name het fietsende deel slecht overweg kan met het doping gedeelte. Aan de andere kant is het doping-deel constant bezig de waarde van het fietsgedeelte te duiden. Nergens voor nodig, denk ik.

Onder het fietsende deel versta ik de meeste renners, heel veel toeschouwers, het gros van mijn timeline op Twitter. Deze groep houdt zich bijna krampachtig vast aan het wielrennen, en niks anders dan het wielrennen. En dat betekent dat praten over doping stoort. irriteert. Want blijkbaar voelt het alsof dat niet goed samengaat en -kan. Dus dan wordt het een programma als De Avondetappe verweten dat er over doping wordt gepraat. Of er wordt gejammerd dat er zoveel moois wordt gemist om over te praten (namelijk de koers) doordat alle woorden opgaan aan de dopinggesprekken.

Het dopedeel is meer gericht op beide kanten. Wil wel met name over de dopingperikelen praten, maar kijkt zeker ook naar en geniet van de Tour. De beelden, de renners, het spel en de zichtbare, maar erg subjectieve tekenen dat het wellicht echt veel beter gaat. Qua wereldbeeld is de doper de realist, de fietser de hardnekkige romanticus. Heleen Mees is een fietser, Johan Derksen een doper.
Heleen heeft haar kop diep in het zand gestoken. Dat maakt het lastig communiceren voor Johan. Waar Johan zegt: "Froome is maar 15 seconden langzamer op de beklimming naar Ax-3-domaines dan Lance Armstrong - vol met dope - tien jaar geleden". Heleen zegt: "Als ik zie hoe team Sky na de eerste etappe vol dominantie de dag erna in elkaar stort, dan denk ik: die rijden zeker schoon".
Twee typische gevallen van een onderbuik die een gedachte richting een wens duwt en daar bewijs bij zoekt. Tsja. Het nadeel van de dopers is echter dat ze bij elke uitslag (van zichzelf?) moeten roepen dat 'we pas over tien jaar weten wat deze dag waard was'. Dat kunnen we allemaal wel bedenken, hoef je niet steeds te herhalen.

Wat mij betreft is er maar een oplossing voor het hele dopeverhaal: praten. Ja, ik ben dus een doper, een Johan. Ik denk dat het gesprek de enige manier is om de druk hoog te houden. Door het gesprek, de discussie, zal er niemand zijn die denkt er wel mee weg te komen. Het vergoelijken van vroeger (?) wordt moeilijker en zelfs onmogelijk. En zo nemen de speelruimtes af en komt er hopelijk ook vanuit bestuurlijke organen en dopingautoriteiten een beweging die gecoördineerd, allesomvattend, actueel en vol met visie op de toekomst is.

En in de tussentijd is het niet moeilijk, samen met de fietsers, te genieten van die fenomenale Tour. En het is zalig met een fietser over wielrennen te praten, want dan bestaat er even geen schaduwzijde en dat mag af en toe best. Persoonlijk denk ik dat Heleen en Johan het samen best zouden kunnen vinden. Laat Heleen het maar niet horen...;)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zoveel trots, wat een prestatie!!

Toch best indrukwekkend

Waar ga je op vakantie als je traint voor een triathlon?